28 okt

3. Over innerlijke muziek en de kosmos; een zoektocht naar de sferenharmonie

ervaringen met helder horen

 Mijn belangrijkste impuls om het verband tussen innerlijke muziek en de kosmos te gaan onderzoeken, was een inwijding in de werkingen van een wolk, zo tegen mijn dertigste. Dit was zeer intens en heeft een wissel op mijn leven getrokken, want mede hierdoor paste ik voor mijzelf niet meer in het keurslijf van de wetenschapper en verrichte onderzoek op een eigen wijze, veelal door de kunst heen. Maar als ik terugdenk, gingen daar meerdere ervaringen aan vooraf.

Als kind al voelde ik de stemmingen van anderen aan zonder het zelf te weten. Half of veelal onbewust ging ik deze bij een donkere bui uit de weg. Dat was een handig overlevingsmechanisme. In de natuur had ik vaker een sterk eenheidsbeleven, zoals bij zonsopkomst en ondergang. Aanvankelijk stelde ik me dit als een gigantisch muzikaal spel voor, maar werd meer en meer gewaar dat ik dat ook als innerlijke muziek hoorde. En dit bewust beseffende in mijn puberjaren, hoorde ik ook de stemming wanneer ik ergens binnen kwam, welke ik vroeger alleen maar half bewust voelde. Tijdens mijn biologiestudie zag ik opeens dansende bewegingen rond een reageerbuis. Met lang zoeken in verschillende esoterische richtingen kwam ik erachter dat ik elementwezens waarnam, en dat doe je niet met de bekende gangbare zintuigen. Dit is ook al niet populair in de gangbare wetenschap, het wordt eerder afgedaan als hallucinaties. Dus die en volgende waarnemingen hield ik maar voor me.

Toen kwam de inwijding in een wolk in klank, kleur en vorm. Eerst zag ik een zware regenwolk boven zee hangen, ik zag de nevelbewegingen erin, en het volgende moment was ik uit mijn lichaam en midden in de werkingen van die wolk. Ik zag mooie organische bewegingen en vormen in heel heldere kleuren, met goud omfloerst. En ik hoorde een zeer intense boven-tonale klankzee, als was het een donderende symfonie met een zeer groot orkest en vooral een hoog gehalte aan waarheid en zingeving. Dit was echter zo overweldigend, dat mijn eigen wezen geheel en al dreigde uit te dijen en op te lossen in die zee van klanken. Met moeite trok ik mezelf eruit terug tot ik weer in mijn lichaam bij mezelf kwam. Op de weg terug naar mijn lichaam zag ik het zeer krachtige en hoge wezen in de wolk, die me losliet en innerlijk zoiets zei als ‘Nu heb je gezien en gehoord, zie maar wat je hiermee doet.’ Heel nuchter, terwijl ik zelf bijna mezelf was kwijtgeraakt. Ik voelde echter dat het volkomen waar was wat ik daar beleefd en waargenomen had, zij het dat dit zich niet op het fysieke plan had afgespeeld. Net als bij mijn waarnemingen van elementwezens eerder, wist ik dat ik niet hallucineerde, dat dit een veel intensere ervaring was dan ik ooit in mijn lichaam had gehad. Ik heb hierna meer van dergelijke ervaringen gezocht, zoals staan in het spelende carillon van de donjon van Brugge. Ik kon dit niet weer zo intens ervaren. Ik besloot om deze weg ook voor anderen toegankelijk te maken, aangezien hij zo mooi en waar was. Maar ik besefte ook dat dit op een zeer gedoseerde wijze zou dienen te gaan, want anders kun je jezelf er mooi in verliezen.

Ik hoorde tijdens mijn reizen hierna ook meer en meer de innerlijke muziek op plaatsen zoals Stonehenge, het kustgebergte van Californië (wat veel weg had van de muziek van de Mamma’s and Pappa’s), en in weersbeelden. Dit gebruik ik wanneer ik helend landschapswerk met anderen doe. We zingen dan improviserend de stemming van dat moment en die plaats.

Een aantal van de klankervaringen ben ik gaan uitschrijven in composities. Een van de eerste is de koorzang ‘Waddenlucht’; klik naar het lied Elektra, waar je het aan het einde kunt horen. Hoor ook eens naar de ‘Karmijnrode Wolken aan de Avondhemel‘ van mijn koor Via Natura.

Ik wilde onderzoeken of je dit ook objectief kan maken, en heb dat als methode uitgewerkt in workshops en later cursussen. De ervaring leerde me namelijk dat klank, gezongen en/of met instrumenten, een sterke uitwerking heeft op de heling van mens en natuur. Dat is bekend uit verschillende sjamanistische tradities van oost en west, wij kunnen het zelf ook toepassen als je weet hoe. En dat heb ik gedaan met mijn onderzoek en methoden.

zoektocht naar grotere verbanden

 Wat ik hoorde in de werkingen van de wolk, heet naar oude optekeningen de ‘Harmonie der Sferen’. Ofwel de klank-krachtwerkingen van de zon, maan en planeten in hun rondgang aan de hemel. De laatste van wie bekend is dat hij dit bewust hoorde, was Pythagoras. Hij ontwikkelde met behulp van zijn monochord het muzieksysteem van de kwintencirkel. Dat is nu nog de basis voor onze westerse muziek, want de twaalf opeenvolgende kwinten zijn elk de aanzet tot de majeur toonladders. Hijzelf heeft er in zijn school in Croton, Zuid Italië, een innerlijke ontwikkelingsweg uit gemaakt op basis van muziek en dans. En de eerste die dit voor zover ik weet opnieuw hoorde, was de componist Schönberg. Hij heeft zes jaar na de inwijding in deze klankzee zijn twaalftoonsysteem ontwikkeld, waarin iedere toon binnen het octaaf evenveel waarde heeft: het atonale toonstelsel. Dit komt overigens niet overeen met wat ik hoorde: dat was niet a-tonaal maar boven-tonaal. Oftewel de muziek die ik had gehoord, had zin en richting, was niet zozeer een klankbrei, die je vaker (niet altijd!) in atonale muziek kunt ervaren.

In de 17e eeuw heeft Johan Kepler ook de harmonie der sferen gezocht, en op die zoektocht vond hij de ellipsvormige banen van de planeten rond de zon in zijn zogenaamde wiskundige ‘perkenwet’ (eigenlijk zijn die banen ei-vormig, maar dat is zo moeilijk in wiskunde uit te drukken). Als je de bewegingen in klankverhoudingen omzet, krijg je tussen de snelste en de langzaamste bewegingen van de planeten harmonieuze intervallen (zoals terts, kwart, kwint), en ook tussen de planeetbewegingen onderling vind je die. Ik heb zijn berekeningen van de planeetbewegingen en ook van hun manen omgezet in klanken, en kreeg daaruit inderdaad hele mooie harmonieën, die aan composities van de planeten van Holst doen denken. Ik heb die berekeningen en vondsten uitgewerkt in een boekje. En die planeet- en hun maanbewegingen in zang kun je ook bestellen.

Echter was dit maar zeer ten dele een afspiegeling van de klankzee die ik innerlijk in de wolk had gehoord. Er miste namelijk het ritme, en dat is een uitdrukking van het leven.

Bij mijn biologiestudie had ik vaker naar stervend weefsel gekeken onder mijn microscoop, waar je nog net de werkingen van het leven kon vermoeden. Het natekenen van die stervende beelden deed mijn ziel geweld aan, en vertelde me weinig over het leven. Ik ging zoeken in andere richtingen of ik meer over die sferenharmonie kon vinden. Ik las veel astrologische boeken, wat makkelijk tot me kwam. Maar ook hierin ontmoette ik vooral dode beelden, hoe machtig die ook zijn. Ik zocht tevergeefs het leven erin. In de wetenschap werden mijn waarnemingen niet als zodanig erkend, want ze zijn niet direct voor iedereen toegankelijk: je moet er moeite voor doen om er je innerlijke zintuigen voor open te zetten. Ik herinner me nog de uitspraak van een decaan, die enige van mijn boeken doorbladerde en toen zei ‘Ja zo doen wij het hier niet. Gaat u maar afstuderen bij filosofie, die zien daar misschien heil in.’ Omdat ik een gezin had met opgroeiende kinderen, kon ik daar toen niet de kracht voor opbrengen. Wel heb ik mijn bevindingen uitgeschreven in het boek ‘Wetenschap Anders’, waarin ik ook richtlijnen aangeef hoe je de takken van wetenschap wel vanuit je eigen orgaan/planeetprocessen kunt bedrijven.

leven is ritme

Wat Kepler had ontdekt was zeer boeiend. Het waren echter de bewegingen van de planeten rond de zon, en wij op de aarde als een van die rond de zon draaiende planeten, zien die ellipsbewegingen niet. De planeten dansen in hun rondgang naar de zon echter allemaal op een zeer specifieke wijze rond de aarde, waarbij ze ons inhullen in lusbewegingen. Daar zit dus ritme, leven in. Planeetbanen geocentrisch naamloosZo ‘danst’ Mercurius in gemiddeld een jaar drie keer naar de aarde wanneer hij voor de zon langsgaat. Als je dit van bovenaf ons zonnestelsel zou zien, dan zie je een tulp of lelie als figuur ontstaan. Venus wikkelt ons in acht jaar vijf keer in met haar dans, waarbij ze gemiddeld acht keer door de dierenriem gaat. Daaruit ontstaat het mooie patroon van een roos. Mars wikkelt ons in zijn achtjarige baan rond de aarde door de dierenriem zeven keer in met een lusbeweging. Jupiter gaat in twaalf jaar rond in de dierenriem, en wikkelt ons daarbij elf keer in een lusbeweging. En Saturnus gaat in 29 1/2 jaar rond de dierenriem, en wikkelt ons 28 1/2 keer met een lusbeweging in. Zo maakt elke planeet een eigen ritme naar ons toe, op zijn eigen tempo. Ik ben deze ritmen gaan uitproberen in workshops, om zelf samen met anderen te ervaren hoe deze ritmen op ons inwerken. Vanuit de esoterie is namelijk bekend dat we de planeetkrachten dragen in onze organen. Dus zouden de longen, die zijn aangelegd door Mercurius, dienen te reageren op een ¾ maat, en de nieren, aangelegd door Venus, op een 5/4 maat, en ga zo maar door. En in mijn workshops bleek dit ook herhaalbaar te zijn. Op rij:

maan – hersenen en voortplantingscellen – 12/16 maat

Mercurius – longen – ¾

Venus – nieren – 5/4 maat

zon – hart – 4/4 maat

Mars – gal – 7/4 maat

Jupiter – lever – 11/4 maat

Saturnus – milt – 29/4 maat

 Verschillende inheemse volken zoals de Basken, Kelten, Bulgaren, Finnen kennen deze ongewone maatsoorten. Zeer waarschijnlijk zijn die uit Atlantis overgeleverd, waar ze innerlijk werden gehoord in plaats van gezien. Want dit continent was grotendeels in nevelen gehuld.

Nu geven maten eerder een inperking van de tijdstroom, een soort bedding, en zijn ze nog niet het leven zelf, eerder een houvast. Deze komen pas echt tot leven wanneer je daarin verschillende accenten legt. Iedereen die wel eens heeft getrommeld, kent de verstarrende werking wanneer je telkens hetzelfde blijft spelen, waarbij je in een trance kunt raken. En de verlevendiging wanneer je ritmen afwisselt. Dat wekt je op.

kleur is ziel naar buiten, klank is ziel naar binnen

Als je in de avondschemering de kleuren en hun veranderingen op je in laat werken, kom je in verschillende stemmingen. Innerlijk kun je die in je op laten klinken als klankspel. Dat is ook niet zo verwonderlijk, aangezien de atmosfeer de ziel is van Moeder Aarde (die bestaat voor 80 % uit stikstof, de drager van ziel). De kleuren kun je als haar gevoelens ervaren. Naar binnen toe beleef je kleuren als je gevoelens, die elk een bepaalde klankkleur hebben. Ik heb dit goed uit kunnen werken door met de leerlingen van de Collot schilderacademie de kleuren als stemmingen te mogen zingen, wat hen hielp om beter de zielebewegingen van de aparte kleuren te kunnen pakken en schilderen. Ik gebruik dit ook als klankimprovisaties bij ons helende landschapswerk, waarin we voor de elementwezens de verschillende kleuren zingen.

Nu wat betreft de meer bewuste klankwerkingen in de ziel die je wakker kunnen maken. Zoals ik hiervoor al aangaf, kun je uit de pythagoreïsche kwintencirkel de twaalf majeurtoonaarden afleiden. Elk daarvan kun je beleven als specifieke ziele-bewustzijnsruimten, die je in verband kunt brengen met een teken van de dierenriem. Dit als grote matrix.

Een meer verfijnde toepassing van tonaliteiten vind je bij verschillende componisten die naar binnen luisteren, zoals Beethoven (aan het einde van zijn leven toen hij al stokdoof was en alleen innerlijk hoorde) en Débussy (voordat die werd teruggefloten door Jean Cocteau). Bij hen vind je in een aantal van hun composities de oude kerktoonaarden uit de Middeleeuwen, waarop toen door de monniken werd gezongen (de zogeheten gregoriaanse zang). Die kerktoonaarden zijn overgeleverd uit het oude Griekenland, waar ze de inwijdings/tempelmuziek voor de verschillende stammen waren. Onze majeur toonladder kent de tonen C-D-E-F-G-A-B-c als volgorde. De Doriërs kenden hierin de D als grondtoon, de Phrygiërs de E, en ga zo maar door. Deze toonreeks stamt eigenlijk af van het kosmisch-aardse ontwikkelingsoctaaf. Die begint bij de G met de zogeheten oude Saturnus, waarin de kiem voor het menselijke fysieke lichaam werd aangelegd. Dat gebeurde in de warmte. Daarop kwam het ontwikkelingsstadium dat heet de oude Zon, met de toon A. Hier werd ons levenslichaam aangelegd. Dat gebeurde in het licht en de lucht. Vervolgens ontstond de oude Maan, de toon B, waarop ons zielelichaam werd aangelegd. Dat gebeurde in klanken in het water. Toen kwam de fysiek verdichte aarde, met de toon C, waarop we fysiek konden incarneren. Dat heet de Mars-ontwikkeling van de aarde. Rond het jaar nul was die ontwikkeling af, en konden we onze geestkern, dat waartegen we ‘ik’ zeggen, in ons opnemen. Daardoor kunnen we vanaf die tijd een individuele ontwikkeling gaan en zijn niet langer alleen aan familie en stam verbonden. We kunnen helpen genezen wat we tot aan het jaar nul anderen en aan onszelf hebben aangedaan. Dat heet de Mercurius-ontwikkeling van de aarde, en hangt samen met de planeet Mercurius, wat de toon D na de incarnerende C brengt. Hierna komt de Jupiter-aarde, waarop we ons tot helderzienden kunnen uitvormen (het engelbewustzijn). Dat is de toon E die met Jupiter samenhangt: het shamballa ofwel het nieuwe Jeruzalem. Dan volgt de Venus-aarde, waarin we inspiratief leren handelen en sturen (het aartsengel niveau). Dat is de toon F. En als laatste de Vulcanus-aarde, waarin we scheppende magiërs kunnen worden (tijdgeest niveau) en nieuwe mensen uit ons zullen kunnen scheppen. Dat is de octaaftoon G. En zo hebben we het hele octaaf als ontwikkelingsstappen in onze lichamen en ook ziel verborgen. Deze begint bij de G, als volgt: G-A-B-c-d-e-f-g. Dit octaaf met verlaagde zevende toon (kleine septime) is de Saturnus- ofwel milttoonaard. Het is de zogenaamde ‘natuurtoonrij’, die in elke aardse klank zit verborgen in de boventonen.

Op volgende wijze hangen de toonaarden en organen als zielstemmingen samen:

Maan/Levensstromen en bewuste zielsinhoud – B-b (lokrisch)

Mercurius/Longen – D-d (dorisch)

Venus/Nieren – F – f (lydisch)

Zon/Hart – A – a (aeolisch; mineur)

Mars/Gal – C – c (ionisch; majeur)

Jupiter/Lever – E – e (phrygisch)

Saturnus/milt- G – g (myxolydisch)

Alles volgens de witte toetsen van de piano (met vaste hele en halve toonafstanden)

Voor de drie nieuw ontdekte, ‘mysterie’planeten Uranus, Neptunus en Pluto, die niet zozeer organen maar eerder hormoonklieren in ons aanleggen, zijn er andere toonaarden. Zie daartoe mijn boeken ‘Karmische Astrosofie‘ en ‘Werken met de Ritmen en Harmonieën van de Planeetsferen‘, waarin je ook liederen en andere composities van de planeetritmen vindt.

Nog bleef mijn zoektocht niet geheel bevredigd. Ook al kon ik harmonieën tot composities verdichten, ik zocht nog naar klanken die ik had gehoord en die ik niet in onze gangbare muziekinstrumenten terug kon vinden. Met name waar het om woordklanken gaat: een fluit heeft bij voorbeeld meer een ‘O’klank, een hobo meer ‘È’, maar veel verder kom je niet.klbeeld-gal-01 Ik ging klankbeelden ontwikkelen die elk een specifieke klinkerklank voortbrachten door hun houtsoort en innerlijke ruimte. Dat paste ik toe op een lier en een cello met dynamisch verstelbare achterpanelen, om die klinkerklanken te kunnen benaderen in muziek. klinker-cello-schuin-achterDaarna maakte ik muziekinstrumenten, aanvankelijk harpen en lieren om de specifieke klankruimten van de dierenriembeelden hoorbaar te kunnen maken. Dat deed ik door hun vormen als klankvormende principes toe te passen. Zo ontstonden twaalf oertypen van snaarinstrumenten, die elk een eigen klank voortbrengen. Dat heb ik daarna toegepast op grotere lieren en ook op gitaar en viool.

Ik deed dit mede omdat ik goed overweg kon op de gitaar en op een toetsenbord (accordeon, later keyboard), maar dan neigde te blijven hangen in inprovisaties binnen de verschillende toonaarden, wat me veelal in het denken bracht en een beetje excarnerend uitwerkte als ik alleen maar improviseerde. Maar door de gerichte aankleding en gronding in maat en ritme, daarnaast tonaliteiten werd dit meer en meer gericht als klankmeditatie. Zo kwam ik vanuit de muzikale bepaaldheden tot composities op basis van de planeetklanken en ritmen.

En ook dit was nog niet geheel wat ik beoogde. Ik kon dan wel de planeet/orgaanmuziek van het moment op laten klinken, wat ik toepaste op scholing en therapie vanuit een geboortehoroscoopen op landschapsheling. Maar ik had nog geen toegang toe de werkingen van de sterren, ondanks dat ik hen wel kon horen wanneer het stil en om me heen was. Ik weet dat vroeger veel meer mensen de sterren hoorden. Ook nu zijn er mensen die tonen horen wanneer bepaalde sterren boven de horizon komen. Daarom heb ik de afstand van de sterren tot de dierenriem in tonen omgezet, en door hun loodrechte projectie op de dierenriem (waardoorheen de zon, maan en planeten bewegen) had ik naast hun klanken ook de ritmische voortgang vastgelegd. Gegroepeerd naar de sterrenbeelden krijg je dan zeer specifieke klanken en ritmen, die we allemaal kennen, want tussen twee aardelevens in, en ook in de nacht wanneer we slapen, zijn we in die werelden. Zie ook mijn eerste blog over de impact van de sterrenbeelden op ons. Met deze klanken en ritmen kom je bij je eigen idealen die je voor je geboorte je hebt voorgenomen om dit leven uit te werken. Je komt er dus mee bij je eigen ontwikkelingswezen, je innerlijke kind dat wil groeien door zich te ontwikkelen. Als een voorbeeld heb ik een muziekstuk uitgewerkt van het noordelijke sterrenbeeld Cepheus, en het proces in je ziel om in contact te komen met het door deze vertegenwoordigde ideaal: klik hier voor een youtube filmpje ervan.

klankhoroscopie

 Alle bovengenoemde muzikale werkingen ben ik gaan toepassen op een horoscoop, vanuit mijn opgedane kennis met de astrologie en astrosofie (al meer dan 35 jaar geef ik horoscoopduidingen en consulten). Wanneer je de inzichten van de vier lichamen van de mens toepast in een horoscoop, dan kun je erin de volgende vier elementen en lichamen herkennen:

-Het fysieke lichaam wordt geleid vanuit de organen, die mee naarbinnen genomen planeetwerkingen zijn. De organen bedden de ziel en levensprocessen in volgens de maatsoort die is afgeleid van de ritmische planeetdans rond de aarde. Zie hierboven.

-Het levenslichaam drukt zich uit in de ritmen, die zich hullen in de orgaan-maat. We kennen in de dichtkunst de ritmevoeten. Die zijn bewust toegepast in de rijdansen van de oud-Griekse apollonische tempelspelen. De rijdansen tussen de scenes van het drama werden door de leerlingen uitgevoerd op basis van ritmische teksten. En deze zijn overgeleverd als de metra ofwel ritmevoeten, waarop litteraire teksten zijn en soms nog worden geschreven. Die ritmevoeten brengen het leven. Wel beschouwd zijn daar twaalf typen van, welke je elk met een bepaald levensgebied in contact brengen. In de horoscoop duiden de twaalf huizen onze levensgebieden aan, waarin onze wil verborgen ligt. De ritmevoeten brengen de maatsoorten van de organen tot leven, en zo krijg je bewuste toegang tot wat er in je wil leeft aan wilsimpulsen.

-De ziel bestaat basaal uit de gevoelens van sym- en antipatie en hun verfijningen. Gevoelens zijn naar buiten toe kleuren, naar binnen toe klanken, en zo kun je de zielestemmingen die ontstaan vanuit de organen als totaliteiten, innerlijke klankruimten ervaren.

-De geest bewerkstelligt in de ziel dat we zinvolle muzikale motieven kunnen maken en onderscheiden. Deze muzikale motieven of muzikale zinnen kleden zich in maat, ritme en tonaliteit, maar geven uit zichzelf iets heel eigens weer. Daaraan kun je muziekstukken van elkaar onderscheiden. Maar nog een stapje verder: de werkelijke geestelijke achtergrond van een muziekstuk vormt zijn toonsoort, dus de majeur toonladder waarin hij is geschreven. Dat bepaalt ook zijn plek vanuit de dierenriem.

Wanneer nu een planeet in een geboortehoroscoop staat in een bepaald teken, dan verandert deze planeet de majeur toonladder van het dierenriemteken in zijn eigen kerktoonaard. Van zichzelf neemt het de maatsoort mee die zich tot in het door hem aangelegde orgaan. Het huis waarin deze planeet valt, geeft het levensgebied aan waarin hij zal uitwerken. En diens ritme vervormt de maatsoort van die planeet. En zo heb je een benadering van de sferenharmonie tot binnen je eigen constitutie.

Wanneer bijvoorbeeld Mercurius staat in de Schorpioen (op dit moment, dan zal hij de Des majeurtoonladder van de Schorpioen veranderen in de Dorische, wat wil zeggen dat niet de Des, maar de Es de grondtoon is. Zijn maatsoort, verankerd in de longen, is de 3/4. Wanneer hij valt in het elfde huis (zo rond 11 uur ‘s ochtends, koffietijd), dan is zijn ritmevoet de kretikus, lang-kort-lang. En hiermee zal hij dan innerlijk de ¾ maat omvormen en tot leven brengen.

hoe ver van mijn bed?

Nu heb ik dit niet zo maar als theorie uitgewerkt, maar ik heb dit gedurende zo’n 30 jaar getoetst in workshops, opleidingen innerlijke ontwikkeling en in persoonlijke consulten en therapieën. Ook passen we dit geregeld toe op landschapshelingen, waarbij ik de deelnemers de stemming van het monent improviserend laat zingen en ik hier met de lier de planeetstanden in maat, ritme en melodie tegenaan speel. De herkenning in alle gevallen is sprekend voor mijzelf en de andere deelnemers. Wij ervaren namelijk constant de uitwerkingen van de sferenharmonie als de stemmingen en hun wisselingen waar we dagelijks doorheen gaan. Al zijn we ons hier meestal weinig van bewust. Dit werk is een oefenweg om weer meer bewust van die innerlijke klanken te worden. Zo haal je de sferenharmonie weer dichterbij door die in de stemmingen te herkennen.

Mijn vrouw Marion Groenendal geeft muziektherapie vanuit de horoscoop aan meervoudig gehandicapte mensen, met als resultaat dat deze meer in zichzelf komen en de leeftijd worden die ze zijn, niet langer een driejarig kind. Hun omgeving is er lovend over.

Heb je interesse dit zelf eens te beleven? We geven geregeld muziekimprovisatie avonden waarin we de planeetritmen en harmonieën improviserend met elkaar oproepen en beleven. Kom een keer langs: 16 November is de eerstvolgende datum.

Of volg de opleiding Muziektherapie vanuit de Horoscoop bij ons, daar leer je om te gaan met deze methode, ook alleen al voor jezelf om je zielsprocessen te leren kennen.

06 okt

2. Organen als innerlijk planetenstelsel

Een astrosofische visie

‘Hoe is het met je?’ is een bekende vraag.

Je zult vreemd opkijken wanneer je wordt gevraagd ‘Hoe is het met je organen?’ En waarschijnlijk nog vreemder gesteld is het met ‘Hoe is het met je innerlijk planetenstelsel?’ Je eerste gedachte is dan waarschijnlijk ‘Die is van Lotje getikt’.

Toch staat onze taal bol van de uitdrukkingen waarin de organen worden genoemd. ‘Wat het je op je lever’ wanneer je bitter bent. ‘Je hebt je hart op de tong’ wanneer je direct bent en je gevoelens en oordelen uitspreekt. ‘Het ligt zwaar op mijn maag’ wanneer je iets moeilijks hebt te verteren. ‘ik heb hem mijn gal gespuid’ als iets je dwars zit en je ruimte voor jezelf dient te maken. ‘Ik krijg het er benauwd van’ wanneer je eigen ruimte wordt ingenomen. Daar spreken de longen. ‘Ik ben eén en al oor’ wanneer je iemand de ruimte geeft om zich uit te kunnen spreken. Daarin tonen zich de de nieren, die door hun reinigende werking van de lichaamssappen, een schoon innerlijk milieu in je vormen, een schaal waarin je aandachtig kunt zijn voor wat er in jezelf en in anderen speelt. ‘Ik krijg een steek in mijn zij als ik eraan denk’ wanneer je door iets bezwaard wordt in je handelen. Zo spreekt je milt zich uit.

Al deze voorbeelden, er zijn er legio, geven aan dat je organen direct je stemmingen en ook je handelingen beïnvloeden. ‘Het zit allemaal tussen je oren’ zeggen de neuroloog en psychiater. Ja klopt, daar word je je in de hersenen bewust van wat er zich afspeelt binnen en tussen je organen. Omdat we ons niet direct bewust zijn van de processen in de organen. Wel hebben we geleerd om de wereld om ons heen waar te nemen, maar naar binnen kijken en vooral luisteren is niet de sterkste kant van onze cultuur.

Onze waarnemingen, naar buiten maar ook naar binnen, beginnen bij de zintuigen, daarmee krijgen we de indrukken binnen. En daarbij gaat het niet alleen om de vijf bekende zintuigen zien, horen, ruiken, proeven en tasten. Er zijn er meer, zoals of je je al of niet lekker voelt (de levenszin), of dat je je al of niet in evenwicht voelt.

Als onderzoek naar binnen kun je je bij een voorval, een ontmoeting of een probleem het volgende afvragen:

-hoe en waar komt het bij je binnen?

-wat voel je erbij?

-in welke stemming brengt je dat gevoel? Kun je dat als een innerlijke ruimte ervaren, en zo ja, hoe ziet die er dan uit?

-wat wil het van je?

-welk ideaal wordt er in je gewekt?

-en hoe zou je op grond hiervan reageren?

Zo kom je door je zintuigen in jezelf binnen en kunt jezelf observeren. Meestal gaat dit heel snel, dus ik adviseer altijd om deze stappen rustig te overdenken, en beter nog ze uit te boetseren in klei. Dan krijg je een helder beeld van je binnenwereld. Zo begint ook mijn opleiding Innerlijke Ontwikkeling.

Maar het kan je zo lukken om innerlijk onderzoek te doen. Want door je gevoelens te erkennen, breng je je bewustzijn in je hart, waar de gevoelens ontvonken. Het hoofd ziet enkel toe. En door je stemmingen als ruimten te ervaren, breng je ook bewustzijn in je longen, die te maken hebben met jouw ruimtebeleving, zowel binnen als buiten: we ademen de lucht in die de ruimte vult. En door de verschillende ruimtebelevingen die je stemmingen teweeg brengen, krijg je stap voor stap een gevoel voor de innerlijke kwaliteiten die je organen met zich meebrengen.

Organen en je zielstemming

Op de volgende wijze kunnen de organen je zielstemming en bewustzijn bepalen:

-Het hart doet je gevoel ontvonken, en doet jezelf beleven als een centrum, vanuit de warmte. Als je voelt dat je onrechtvaardig wordt bejegend, kan het hart in woede ontsteken. De innerlijk beleefde hartruimte is die van een centrum dat correspondeert met een statische of dynamische omgeving.orgall

-De longen bepalen jouw verbinding met en plaats in de ruimte. Ze geven je door de ademhaling de verbinding van zintuigindrukken en gedachten uit het hoofd met leven (zuurstof), en zo ook de associatievorming van gedachten. Als ruimtebepaling in het sociale houden ze verdriet vast, en kunnen je sterk de eenzaamheid doen beleven. De innerlijk beleefde longenruimte is afhankelijk van jouw gevoelsbasis over je plaats in de wereld, en al naar gelang die meer of minder aangenaam is, zie je de wanden wijd en transparant dan wel insnoerend.

-De nieren scheiden afvalstoffen van astrale substanties (stikstof uit afgewerkte eiwitten). Dat geeft je de basis voor je bewustzijn, welke leeft in het astrale ofwel zielslichaam. Dat lichaam bestaat uit gevoelens, en daardoor brengen de nieren je de gevoelens en gevoelsverbindingen. In negatieve zin ook de basale angsten, omdat de nieren ons lichaamswater dragen en verzorgen. En hierin werken onze voorouders door, met hun trauma’s en onopgeloste problemen. De innerlijk beleefde nierenruimte is ruimtelijk en kleurrijk, zonder een centrum maar dragend als een schaal.

-De lever is onze chemische fabriek, waar de eiwitten worden aangemaakt op basis van klankpatronen, oftewel de dans der stoffen. Daarnaast suikers en vetten als brandstof. Daarom is hij ons vermogen tot groei, en ook tot inspiratief handelen op de stroom van het leven, die ook onze ideeën en idealen verbindt met onze levensstroom. Wanneer je in je levensuitingen wordt geremd, ontstaat bitterheid en woede. Als innerlijke ruimte vanuit de zielstemmingen kun je de lever als een beweeglijke doorgaande ruimte beleven, als een rivierbedding die kan ompolen.

-De milt verzorgt in ons de aanmaak en afbraak van bloed. Bij de aanmaak van bloed binnen ons beenmerg worden onze idealen erin verwerkt die afkomstig zijn van de sterrenbeelden (zie mijn eerste blog hierover). Dit miltproces draagt dus ons karma, ons aardse lot op grond waarvan wij kunnen ontwikkelen. Wanneer je de stemming van de milt wilt omschrijven, heeft dat te maken met vertragen ofwel je geremd voelen, met verinnerlijken en diep meditatief doorgronden, intuïtie, plicht en ook handelen hier vanuit. Als je voelt dat je niet goed hebt gehandeld, kan er wroeging ontstaan door jezelf opgelegde schuldgevoelens. Innerlijk kun je de miltruimte beleven als een tunnel die zich de diepte in vormt.

-De gal bewerkstelligt de stuwkracht in ons bloed. In de lever komt die stuwkracht in dunne adertjes, waardoor in de remming klankpatronen ontstaan, op basis waarvan de eiwitten worden gevormd uit aminozuren die vanuit de darm komen. De gal heeft te maken met onze kracht om dingen te doen en te ondernemen. Ook geeft het de mogelijkheid om ruimte voor jezelf en je initiatieven te maken, ofwel ruimte als anderen die jou niet laten. Kom je moeilijk tot wilsuitingen, dan kan dat aanzetten tot drift. Innerlijk kun je de gal vanuit de stemming beleven die dynamisch ruimten schept waarin dingen kunnen ontwikkelen.

-De maag helpt ons voedsel voorverteren, en draagt daarnaast ook onze nog onverteerde ervaringen, wat sterk je wel/onwelgevoelen beïnvloedt. Als zieleruimte geeft het de beleving van een turbulent binnenmeer dat meer of minder sterk door de wanden wordt ingeklemd.

-Je darmen en daarbij sterk betrokken pancreas hebben vooral invloed op je vermogen om je wil te uiten en daarmee jezelf en de aarde om te vormen. Zij komen niet zozeer tot bewustzijn. De Engelse hebben de uitdrukking ‘Who has the guts to do that?’. Dat duidt op moed, dus een wilskwaliteit, die er uitgaat van de darmen. De Qi Kung uit China ziet de verbinding van de dunne darm met de longen, en de dikke met het hart. Dus is hun bewustwording in de ziel indirect door deze twee organen. De pancreas word je bewust door de maag en milt, en niet zozeer door zichzelf. Het is ons algehele aarde-orgaan, die de spijsverteringssappen aanmaakt, waardoor we überhaupt ons voedsel kunnen verteren.

Hier heb je dus wat aanduidingen over het beleven van de organen als zielestemmingen.

Organen als innerlijk planetenstelsel

Nu de vraag hoe dit een innerlijk planetenstelsel vormt.

Voor je geboorte kwam je vanaf je eigen ster binnen de dierenriem en verdichtte jezelf meer en meer binnen ons planetenstelsel. Daarbij trok je telkens een dichter lichaam aan rond je wezenskern. En die lichamen hebben elk een weerslag in jou als een orgaanproces, waarvan het betreffende orgaan zijn weerslag is.

-Binnen de Saturnussfeer trek je een warmtejasje aan, waardoor je op aarde je wil kunt gebruiken, want zonder warmte kun je geen daad uitvoeren. Denk maar aan ‘dooie’ vingers in de winter. Dat vindt zijn uiteindelijke weerslag in je miltproces. Dat bemiddelt de bloedaanmaak en -afbraak, en in je bloed liggen je wilsimpulsen opgeslagen – wat doorgaans je karma wordt genoemd.

-Binnen de Jupitersfeer krijg je ook een levenslichaam toegemeten, waardoor je op aarde geen stijve dooie plank bent maar ook groeien kunt door je levensprocessen. In ons lichaam worden de levensprocessen mogelijk gemaakt door het leverproces, want daarin worden de basale lichaamseiwitten aangemaakt op basis van de klanken en ritmen die erin spelen. Dus is de lever ons innerlijke Jupiterorgaan.

-Binnen de Marssfeer krijgen we ook een jasje van zielensubstantie aangemeten, ofwel een astraallichaam, ofwel een ziel. Daarmee kunnen we ons verbinden met anderen en ook gevoelens genereren. De ziel kunnen we ontwikkelen als we telkens impulsen krijgen waardoor we dingen gewaar worden en in beweging komen. Dat is waartoe de planeet Mars via ons galproces ons aanzet: de kracht om in beweging te komen en onze wilsimpulsen neer te zetten.

-Binnen de zonnesfeer komen we samen met de groepen van mensen waarmee we karma hebben en verder willen ontwikkelen. We werken hier aan elkaar met en vanuit het astrale lichaam, zodat je elkaar op aarde in elkaars trekken kunt herkennen. Als we hiermee klaar zijn, trekken we ons samen rond ons basale pulserende ritme van wat later op aarde onze harteklop wordt. Zo zonderen we ons af van onze lotgenoten, en gaan verder op onze reis naar de aarde. In je hart draag je dus alle lotgenoten mee, en daarnaast is je geestkern, je ‘ik’, hierin gecentreerd.

-Binnen de Venussfeer werk je aarde individualisering van je eigen ziel, zodat die later op aarde je persoonlijkheid uitdrukt. Dat ziels- ofwel astrale lichaam wordt gedragen en rein gehouden door je nieren. De sturing van je wezen op astraal niveau doet je zonnevlecht chakra.

-Binnen de Mercuriussfeer wordt je levenslichaam verpersoonlijkt en aangesloten op de groepen van mensen waar je je later mee gaat verbinden. Deze dragen ook specifieke denkbeelden en gedachten, zodat deze ook in je levenslichaam worden ingewerkt. Op basis van deze levensstromen kun je later ook denken. Mede omdat door de longen (het Mercuriusorgaan bij uitstek) je door de opname van zuurstof leven brengt in jezelf en dus ook in je gedachten. Je levenslichaam bestaat uit stromingen, ritmen en gebaren. De Chinezen noemen dit de meridiaanbanen, die uitgaan van je tweede, je navel chakra.

-Binnen de maansfeer zoek je samen met je eigen beschermengel de voor jou meest passende ouders, waardoor je met je mogelijkheden en hang-ups het beste jouw lot kunt uitwerken en zo je verder ontwikkelen. De maan heeft zo met je basale levensprocessen en je erfelijk bepaalde fysieke lichaam van doen. Meest bekend hiervan is de menstruatiecyclus van de vrouw, maar ieder mens kent de stemmingswisselingen door een maand heen, die sterk worden beïnvloed door de beweging van de maan door de dierenriem heen. Je wordt je je ziels- en levensprocessen bewust in je hersenen, welke dus het eindpunt zijn van de werkingen van de maan.

organen-en-planeten-1Zo kun je begrip krijgen voor de samenhang van de organen met de verschillende planeten. Maar dat is nog louter gedachte, en geen beleving. Over de beleefbaarheid hiervan heb ik me jarenlang gebogen. Want als je dat lukt, kun je ook hun innerlijke werkingen meer bewust maken, en zo jezelf beter leren kennen en sturen.

Eerst toen ik de bewegingen van de planeten ten opzichte van de aarde ging zien en begrijpen, kon ik daar beter bijkomen. Dat kun je zo zien. Alle planeten draaien in ei-vorige banen rond de zon. Onze aarde ook, en die is derde in de rij. Wij beleven op de aarde dat de zon om ons heen draait, ook in een elliptische, eivormige baan. En de planeten daar om heen maken daardoor ritmische dansen naar de aarde, waarbij ze ons met lussen inhullen. Elke planeet doet dat op zijn eigen, specifieke wijze, met zijn eigen tempo door de dierenriem en zijn specifieke aantal lussen. Ze maken dus een basaal maat-ritme naar de aarde. Wanneer je die basale maatritmen nu gaat beleven, merk je dat ze je in specifieke stemmingen brengen, die overeenkomen met de organen die door hen zijn aangelegd. Dat heb ik jarenlang in workshops en opleidingen laten beleven, en gaf eendere ervaringen. Zo heb ik dat ook in mijn muzikale composities uitgewerkt. Dit geeft je dus een basale beleving van de verschillende organen.

In verschillende oude volksmuziek kom je die vaak ongewone maatsoorten tegen. Zo kennen zowel de Kelten (Ierland, Schotland, Wales, Bretagne), de Basken en de Hongaren de 5/4, 7/4, 11/4 en zelfs 13/4 maten in hun muziek. Ook de Turkse muziek van rond de Dardanellen. Dat is waarschijnlijk een naklank van de tempelmuziek uit Atlantis. Dat continent zag de zon, maan en planeten niet of nauwelijks omdat het vrijwel altijd nevelig was. Daar resoneerde men dus innerlijk met de planeten mee. En ook nu nog kun je in de volksmuziek van die culturen ervaren hoe levendig de muziek in deze ongewone maatsoorten is. We worden erdoor opgewekt.

Chakra’s en planeten

Nu doen de planeten nog meer dan louter de organen in ons aanleggen, want we hebben ook de kiemen in ons om ons vanuit onze basale constitutie verder te ontwikkelen. Dat zijn onze hogere zielezintuigen die we chakra’s ofwel lotusbloemen noemen. ‘Chakra’ is het Indische woord voor wiel. Deze organen gaan namelijk draaien zodra je ze gaat ontwikkelen. Daarbij heeft elk chakra een specifiek aantal ‘bladen’ wanneer je ze gaat ontwikkelen. En hun ontwikkeling heeft dus het aanzien van een bloem, zoals een lotusbloem dus. Vandaar de andere benaming.

Tussen ons levenslichaam met zijn levens- en waterstromingen, ritmen en gebaren (van de eiwitten) enerzijds en ons astraallichaam anderzijds, ontwikkelen hogere zielezintuigen, onze chakra’s ofwel lotusbloemen. Daarvan hebben we zeven à acht grotere en zo’n 20 kleinere. We ontwikkelen de bladen van de chakra’s door bewuste (astraallichaam) gebaren (levenslichaam) te gaan doen om onze wilsintenties en idealen werkzaam te laten worden in ons leven. Dat wil zeggen, dat we goede gewoonten ontwikkelen, ofwel deugden. De grotere chakra’s en hun werkingen zijn:

-Het voorhoofd chakra is verbonden aan de hypofyse en was vroeger ons ‘derde oog’, ofwel de helderziendheid. Die is voor de meeste mensen gesloten, en nu kunnen we erdoor onze gedachten bundelen, ordenen en richten, door het ‘hersenzand’ dat in de hypofyse wordt gevormd. Wanneer we grotere verbanden gaan zien, de werkingen van oerbeelden, en ook de wezens die dat vertegenwoordigen, worden we opnieuw helderziend. Let wel: we spreken al over bijvoorbeeld de tijdgeest, maar deze waarnemen door zijn verschijningsvormen heen is al een stap in de richting van helderzien. Zo is dat ook voor de wezens achter de verschijnselen van de natuur. Dit chakra heeft te maken met Jupiter, die middels de lever onze gedachten met het leven helpt te synthetiseren. Als we helderziend worden, komt de invloed van Uranus sterker door.

-Het keel chakra heeft te maken met vormgeven, zoals van onze gedachten in woorden in ons strottenhoofd. De schildklier ervoor bepaalt de mate van ver- of ontkalking van onze botten, heeft dus bij uitstek met vorm te maken. Het chakra heeft ook van doen met het vormen van besluiten, en het consequent uitvoeren ervan. Je ontwikkelt dit chakra door de kwaliteiten van Boeddha’s achtvoudige pad je eigen te maken. Het heeft te maken met Mars en het galproces, waarmee je ruimte maakt voor dat wat er in je leeft. De keelchakra geeft de mogelijkheid tot ordenen van je eigen (levens-)ruimte.

-Het hartchakra neemt waar wat er gebeurt aan de drie zenuwknopen van het hart. Bij het bovenste wordt wat er binnen komt vanuit het denken en de buitenwereld waargenomen en getoetst vanuit het gevoel voor waarheid. Vanuit het onderste zenuwcentrum neemt het de wilsimpulsen waar die door een indruk of voorval van buitenaf worden opgewekt, en toetst die aan het goede. En in de middelste zenuwknoop wordt gewogen met het geweten wat er met de impuls en die reactie dient te gebeuren. Daardoor heeft dit chakra het vermogen om inspiratief het handelen op ieder moment te wegen en sturen. Net zoals de zon de andere planeten uitbalanceert en aanstuurt. Als we dit chakra verfijnen en verder uitwerken, wordt de invloed van Neptunus sterker, die normaliter op de epifyse aangrijpt.

-Het thymus chakra regelt de ritmen van de organen onderling. Wanneer je deze gaat ontwikkelen als bewustzijnsverruimend, heeft het te maken met het aangaan van je zieleplichten (Indisch: dharma) waardoor je beter je karma met anderen kunt uitwerken en omvormen. Deze verfijning van de binnen- en buitenstromen veroorzaakt dat je je etherhart gaat ontwikkelen, in de linker kant van je borstholte. Dat is het orgaan voor je toekomstige innerlijke groei. Het chakra heeft als helend en groeivermogen sterke samenhang met de planeet Mercurius.

-Het zonnevlecht chakra draagt net als je nieren je astraallichaam, en stuurt vanuit de zonnevlecht zenuwknoop je verteringsprocessen via het vegetatieve zenuwstelsel. Met deze verzorgende zijde toont het zijn samenhang met de nieren en daarmee met Venus. Wanneer je de werkingen van de zonnevlecht bewust gaat hanteren, kun je leren sturen in de astrale wereld met en door het gevoel, op basis van de kleurende lichtbanen van de astrale wereld.mens_en_etherwereld

-Het navel chakra, even boven de navel, draagt en stuurt je levenslichaam met zijn processen. Van hieruit stromen de levensbanen, door de Chinezen meridiaanbanen genoemd, welke het leven onderhouden en sturen. Ga je je bewust maken van deze processen, dan dien je je gewoontes van denken, gevoelshoudingen en van handelen te onderzoeken en na te gaan in hoeverre deze bevrijd zijn van de oordelen en moralen vanuit je jeugd en omgeving. Je dient die te versoepelen en te leren hanteren. Dan kun je hier vanuit, door je zonnevlecht chakra heen, gaan waarnemen en sturen in de levenswerelden, en het goede erin helpen te ontwikkelen. Dan gaat Pluto sterker hierin meewerken. Deze grijpt normaliter aan op de bijnieren. De navelchakra als drager en hoeder van het leven hangt samen met Mercurius, binnen welks sfeer ons levenslichaam werd verindividualiseerd.

-Het stuit chakra ontvangt en bundelt de vier levensstromen die we vanuit de aarde ontvangen (bekend van Star Wars als ‘The Force’). Zo wordt onze verbinding met de aarde bewerkstelligd, en zowel ons fysieke als levenslichaam gevoed. Dat toont de samenhang met de maan. Als we dit chakra bewust gaan hanteren, kunnen we leren om de ‘slapende slang’ (Indisch: kundalini) te wekken en op te richten langs onze ruggengraat. Dan openen we onze kruinlotus, en worden helderziende magiër in de hogere werelden. We worden dan de ‘gevleugelde slang’ (Indiaans: Quetzalqoatl), en ieder indiaans opperhoofd geeft aan dat hij dit heeft gedaan door zijn naar onderen afhangende verentooi. Echter bestaat de kundalinislang net als de esculaap van Hermes uit drie dooreen wevende slangen: de witte van zelfzucht/begeerte en de zwarte van hebzucht/macht wordt in balans gehouden door de witrose in het midden, die door op te stijgen het evenwicht houdt. Dat is dus een sterk beeld voor de ontwikkeling die je dient te gaan door de kundalinislang in je op te richten. Je brengt dan de maan (stuit) direct in verbinding met Saturnus (de kruin) en wordt een ‘Slangendrager’ ofwel ‘Slangentemmer’. En dat is tevens het laatste noordelijke sterrenbeeld van de Kring van Helden, het einddoel van de menselijke ontwikkeling. Dit sterrenbeeld vormt het dertiende dierenriemsterrenbeeld. Het drukt de Schorpion naar onderen en geeft aan dat hiermee een nieuwe dierenriem door de toekomstige mens kan worden ontwikkeld.

Opbeurend beeld, nietwaar?

Nicolaas de Jong.