07 dec

Het religieuze jaar als afbeeld van de mens- en wereldwording

Een verandering van godsdienst

Onze westerse cultuur heeft tijdens de Middeleeuwen het Christendom opgenomen, als aflossing, oftewel omvorming, van wat de Kelten aan de Germanen hebben overgedragen van de feesten gedurende de vier jaargetijden. Nu is er van verschillende kanten een scherpe aanval op onze geestelijke tradities, van verschillende kanten, zoals de binnenkomst van andere religies (uit het oosten en Midden Oosten, uit de Amerika’s). Uit atheïstisch-wetenschappelijke hoek (die neigt het bestaan van God te ontkennen, aangezien die niet met de huidige onderzoeksmethoden aantoonbaar zou zijn).

Echter zijn de gebeurtenissen die zich historisch op de aarde hebben afgespeeld, wel degelijk van invloed geweest op de verdere ontwikkeling: deze hebben zich afgetekend in het wereldgeheugen, de akasha-kroniek. En we hebben er terdege mee te maken. Zo kun je gedurende de adventsweken voor de winterzonnewende en kerst ervaren dat je je eenzaam en verlaten voelt. Dit komt doordat je eigen beschermengel zich losmaakt van je verschillende lichamen, zo, dat je zelf op kerstavond de nieuwe inslag van je ik, je geestkiem, kunt ontvangen voor het gehele aankomende jaar. Achtereenvolgens:

-de eerste adventsweek laat je engel los uit je fysieke lichaam. Hierdoor kun je je naakt voelen staan tussen de aardse omstandigheden, die ineens heel helder voor je geest komen te staan. Je deelt dit lichaam met de minerale wereld, oftewel het element aarde.

-de tweede adventsweek laat de engel los van je levenslichaam. Hier huizen je gewoontes, en die dien je dan ineens zelf bewust te worden en te dragen. Zo blijken in deze week ineens lang gemaakte afspraken niet door te gaan, en kom je de anders van zelfsprekende gang van zaken op een ongewone wijze, vaak onplezierige wijze, tegen. Je deelt dit levenslichaam met de planten. Het komt overeen met het element water in je, daar waar de levensprocessen zich in afspelen (wij bestaan voor 85% uit water).

-de derde adventsweek laat je engel los van je ziel, je astraallichaam, zodat je ineens je eigen gevoelens en zielsinhouden zelf in de ogen dient te zien. Het kan dan gebeuren dat je ineens heftige uiteenzettingen krijgt met anderen, vaak ook je meest nauwverwante mensen, vrienden of familieleden. Je deelt dit astraallichaam met de dieren. Dit komt overeen met het element lucht: de aardatmosfeer bestaat voor 80 % uit stikstof, het zielselement dat wij mee naar binnen nemen in de aminozuren, de bouwstenen van onze eiwitten.

-in de vierde adventsweek laat je engel ook los van je warmte-organisatie, waarin je eigen ik gegrond is. Dat ik-warmtelichaam deel je enkel met de op aarde levende mensen. Het vertegenwoordigt het element vuur in jou. In deze week valt meestal ook de winterzonnewende, welke door de Kelten en Germanen werd geëerd met de altijd-groene taxusboom – die onze cultuur heeft overgenomen als de dennenboom.

Overigens hebben de Kelten als enige volk ook de dood en opstanding van het Christus-wezen waargenomen, en herkenden zij de door dit wezen meegebrachte individuele ik-impuls, waardoor zij hun godsdienstige beoefeningen afstemden op deze gebeurtenissen. De aarde is namelijk geheel en al veranderd door de dood en opstanding van dit hoge kosmische wezen, dat in Jezus van Nazareth heeft geleefd en gewerkt. En de Kelten, de leermeesters van de Germanen, zagen ook hoe de elementwerelden en haar wezens, de natuurgeesten, hierdoor veranderden.

Hieronder schilder ik de gevolgen van deze gebeurtenissen voor de beleving van de veranderingen door het jaar heen.

Het religieuze jaar als kosmisch-aardse gebeurtenis[i]

Op Kerstavond wordt de geboorte van het kindje gevierd dat door de herders wordt vereerd, zoals dit wordt beschreven in het Lucas evangelie. Dit gebeurt in Bethlehem, dat ligt aan de voet van de berg Moria, een van de twee bergen waarop Jeruzalem is gebouwd. In deze berg had Melchizedek, de priester van de hoogste God zijn mysterieplaats, 2000 jaar v. Chr. Toen Abraham dit land had veroverd, bracht hij deze de drie sacramenten van het latere Heilige Avondmaal, te weten de kelk als beeld voor het geestzelf, het latere helderziende vermogen; hierin de wijn als later heldervoelende, inspiratieve vermogen door omvorming van het bloed, de zogeheten levensgeest; en het brood als latere geestmens, het intuïtieve vermogen door omvorming van het aards-fysieke lichaam en de aarde. De stal waarin de herders kwamen, was een grot, en wel de uitgang van die mysterieplaats Moria. En de plaats waar zo’n 6 jaar ervoor Herodes een paar honderd pasgeboren kinderen had vermoord. Dit was nadat de drie koningen uit het Oosten bij hem waren langs gegaan en het andere Jezuskind hadden aanbeden: zoals dit in het Mattheüs evangelie is beschreven. Dit kind is met zijn ouders gevlucht naar Egypte. De herder-Jezus was een afstammeling van Nathan de wijze, een priester en een van de zonen van koning David. Hierin werkte het ik van Gauthama Boeddha, en vormde diens ziel om tot eentje die zeer veel compassie kon dragen. De koningen-Jezus die in Jeruzalem werd geboren, stamde af van een andere zoon van David, de latere koning Salomon. Hierin werkte het ik van de grote Perzische ingewijde Zarathoestra of Nazaratos. Het lichaam van deze Jezus werd later bij terugkomst in Palestina ziek en stierf, waarna het ik van Zarathoestra intrad in het lichaam van de andere Jezus toen die twaalf was. Hierdoor kon hij zijn wijsheid, door de liefde heen die door Gauthama in de ziel was afgedrukt, in de tempel ventileren op die leeftijd. De oosters-orthodoxe Christenen vieren diens geboorte op 6 Januari, Epifanie ofwel Driekoningen, ondanks dat de werkelijke geboorte waarschijnlijk in September plaats heeft gevonden, ongeveer 6 jaren voor de geboorte van de herder-Jezus. Het is het einde van de dertien zogeheten heilige nachten. Ook wordt met Driekoningen gevierd dat het Christus-ik bij de doop in de Jordaan indaalde in Jezus van Nazareth, waardoor het op aarde Zijn werk kon doen. Zo’n doop was niet een besprenkelen met water, maar eerder net zo lang iemand onder houden tot hij bijna verdronk, waardoor het eigen ik erin kon incarneren. In dit geval het Christus-ik, waarna het Zarathoestra-ik uitweek.

Nu spiegelen deze kosmisch-aardse gebeurtenissen zich nog elk jaar gedurende de Kersttijd, aangezien wij sindsdien elk een individueel ik hebben gekregen. Met Kerstavond krijgt dit individuele ik impulsen die het kan gaan uitwerken het aankomende jaar. Nu wordt ons gehele wezen door het jaar heen gedragen door onze engel, die ook onze orgaanprocessen bestuurt omdat wij dat zelf nog niet kunnen. Om open te zijn voor die nieuwe ik-inslag, moet onze engel zich dus losmaken van onze lichamen. En dat gebeurt stap voor stap, door de vier aan de Kerst voorafgaande weken heen, de zogeheten Adventsweken. In de eerste Adventsweek laat onze engel los van ons fysieke lichaam: vandaar dat deze week in het teken van het element aarde en de mineralen staat. In deze week komen we dus fysiek op onszelf te staan, en dienen onze aardse omstandigheden zelf te dragen, ongeacht hoe die zijn op dat moment. We kunnen ons alleen voelen staan.

In de tweede Adventsweek laat onze engel los van ons levenslichaam, dat werkt door het element water. Dit delen we met de planten, vandaar dat deze week in het teken van het plantenrijk staat. In ons levenslichaam werken onze gewoonten. Die worden ook beheerd door de engel, en wanneer diens steun wegvalt, blijken er ineens afspraken op niet navolgbare wijze niet meer door te gaan. We dienen onze gewoontepatronen aan te zien en zo nodig iets aan te veranderen.

In de derde Adventsweek laat de engel los van onze ziel, dat werkt door het element lucht. Dit delen we met de dieren, vandaar dat deze week in het teken van het dierenrijk staat. Nu kunnen we ineens tegen onze medemensen opvliegen, en tonen we elkaar onverbloemd de dubbelganger. Een goede mogelijkheid dus om ons deze eens nader te realiseren en aan te zien.

In de vierde Adventsweek, naar Kerstavond toe, laat de engel los van ons ik, dat leeft in het element vuur, de warmte. Waardoor we geheel en al op onszelf komen te staan. Waarschijnlijk is dit de reden waarom Kerst zo’n, vaak geforceerd, familiegebeuren is. We denken de ander nodig te hebben. Het is echter een mogelijkheid om ons geheel op eigen kracht meditatief af te stemmen op wat de ik-impuls met Kerst ons kan brengen.

Overigens wordt de nieuwe ik-geboorte met Kerstavond al een langere tijd in het jaar voorbereid. Met Michaëli op 29 September, het feest van Michaël die de draak verslaat, kunnen we in de viering de moed ontwikkelen die we nodig hebben om weer naar de herfst toe ons uiteen te zetten met de duisternis die gaat overheersen. De drakerige zwavelkrachten van de zomer die ons dromerig kunnen maken, worden verdreven door het kosmische ijzer dat door de meteoorzwermen dan onze atmosfeer doordrenkt. Met Sint Maarten op 11 November lopen we met lantaarntjes de donkere avond in en geven elkaar dat wat we kunnen missen (en niet meer; de Romeinse soldaat Martinus gaf de helft van zijn mantel aan een arme bedelaar, de andere helft had hij zelf nodig). De mantel en de lichtjes bieden bescherming tegen het dodenrijk, dat dan heel dichtbij komt. Met Sinterklaas tonen we met surprises en gedichten elkaar een stuk van de dubbelganger, gekleed in humor, en geven we elkaar (het ik) een cadeautje dat we nodig hebben om verder aan onszelf te kunnen werken. Dit is overigens een vervorming van de Germaanse god Donar of Thor, de brenger van het ik, die met zijn bokkenwagen door de wolken reed en met zijn hamer het ik-vuur als de bliksem uit die wolken sloeg. De zwarte Piet die hij bij zich had (mag helaas niet meer), verbeeldde de nog duistere dubbelgangerzijde van ons wezen.

De twaalf dagen en dertien heilige nachten van Kerstavond tot Driekoningen zijn de tijd dat de zon min of meer stil staat aan de dierenriem, en de dagen en nachten nauwelijks in lengte veranderen. Het jaar houdt zijn adem in en de geestelijke wereld is het dichtste bij van het jaar. Daarom kun je hier goed mediteren op de impulsen die jouw ik heeft gekregen. Elke dag vertegenwoordigt een maand in het komende jaar, en wanneer je je erop afstemt, kunnen je dromen je beelden geven over wat je het komende jaar door de maanden heen gaat doen met je ik-impuls. In deze tijd stil staan, kan je de kracht geven om op juiste wijze geleid, het jaar door te gaan.[ii]

Op Driekoningen keert je engel weer terug, en kan je je eigen dubbelganger voorhouden, waaraan je dan kunt werken. Hij doet dit samen met je hogere ik, waarvan je een afbeeld met je meeneemt (het overgrote deel blijft achter in de kern van de aarde en op de zon, zodat het niet door tegenmachten misbruikt kan worden). En hiermee vangt het jaar pas eigenlijk aan.

Hierop volgt tot Maria Lichtmis, 2 Februari, de tijd van Vrouw Holle, ofwel Moeder Aarde, in wiens lichaam je je kiemen voor het komende jaar uitbroedt. Het geeft een periode aan waarin je innerlijk werk kunt doen aan je eigen ziel. Na Maria Lichtmis begint carnaval, de omkeringsrite waarop iedereen een andere rol inneemt, zodat hij of zij de rest van het jaar weer in het gareel kan lopen (aldus de Middeleeuwse ordening). En dit eindigt op Aswoensdag, waarna er 40 dagen gevast kan worden tot aan Pasen. Of je nu katholiek bent of niet, het reinigen voor Pasen is goed om de afvalstoffen van de winter kwijt te raken en je innerlijk op het Paasgebeuren voor te bereiden.

Pasen valt op de eerste zondag na volle maan in de lente, en heeft dus een flexibele datum. Het is de christelijke invulling van het lentefeest, dat in veel culturen wordt gevierd. Pasen wordt vooraf gegaan door de stille of lijdensweek. Hiervan wordt doorgaans alleen de Goede Vrijdag gememoreerd, maar de gehele week is erg belangrijk in het religieuze jaar, aangezien hierin de oude mysteriën stap voor stap worden omgevormd naar de nieuwe, en het Oude Testament van de Bijbel wordt afgelost door het Nieuwe.

Op Paaszondag wordt de opstanding en overwinning van de dood gevierd. Het nog tere nieuwe fysieke lichaam van Christus, genaamd het fantoomlichaam, bevatte alle sterrenbeeld-idealen waarmee een mens zich kan omvormen. Tot Pinksteren, weer 40 dagen, diende dit lichaam nog verder te verdichten en aan te sterken. En hiermee is het Paasgebeuren in grote lijnen geschilderd als een openbaring en omvorming van alle oude mysteriën. Voor ons persoonlijk geeft het de tijd aan waarop de nieuwe impulsen van ons ik die we op Kerstavond hebben ontvangen, nu naar buiten mogen komen en dat we die in de wereld kunnen uitwerken. Vaak voel je tijdens de lijdensweek verdriet en verdrukking, soms ook angst. En met Pasen opluchting. Dat komt doordat de elementwezens ook de lijdensweek meebeleven, en ieder jaar de angst hebben dat hun heer niet meer opstaat. Wanneer Hij dit dan toch uiteindelijk weer doet, zijn zij blij en kun je dit innerlijk mee beleven als de vrolijkheid met Pasen waarin alle donkere wolken lijken te zijn verdwenen. Je kunt dan samen met hen de overwinning van het licht vieren.

Op de donderdag voor Pinksteren is het Hemelvaartsdag. Gevierd wordt de dag waarop Christus via de wolken in de hemel werd opgenomen. Zijn discipelen vroegen of ze mee konden met Hem, maar Hij zei dat dit nog niet kon, maar dat Hij aan iedereen een plaats in de hemelen zou bereiden. Nu is Hij onze kosmos binnen­gekomen als een Cherubijn, en deze engelen drukken zich onder andere uit in de wolken. Niet vreemd dus dat Hij in de wolken is opgenomen. En vanuit een wolk ben ik zelf door Hem ingewijd. Op deze dag en ook de dagen er omheen kun je de Christus in de levens­werelden makkelijk beleven door de wolken heen. Je kunt ook je eigen nieuwe ik-impulsen dan verbinden met de geestelijke werelden.

Met Pinksteren, 40 dagen na de opstanding met Pasen, wordt gevierd dat de Heilige Geest zich over de aanwezigen uitstortte. Hij had namelijk gezegd dat zijn discipelen niet mee konden komen met Hem, maar dat Hij hen de Trooster zou sturen, de Heilige Geest. Typisch is dat vooral Maria Magdalena, Zijn gemalin, het inzicht had wat die uitstorting betekende. Zij is een engel van Moeder Aarde, onze Isis Sofia ofwel de Heilige Geest. Met Pinksteren zijn de sluiers met de geestelijke wereld erg dun, en kun je hier makkelijk toegang toe vinden.

Na de zomerzonnewende op 24 Juni, met de aanvang van de zomer, wordt Sint Jan gevierd. Degene waarvan Jezus zei dat er niemand groter was dan hij, Johannes de Doper die voorheen de profeet Elia was geweest, oftewel er geen engel in een mens leefde met een hoger ontwikkeld bewustzijn. Maar dat juist deze engel door het mensen-ik op te nemen, weer opnieuw diende te groeien en zo een nog grotere engel kon worden. Met deze dag vier je de hoop op de ontwikkeling tot een hoger engelwezen. Alle kiemen die je met Kerst hebt ontvan­gen, mogen nu voluit aan het licht treden en zich in de wereld uiten. De hoop wordt gevierd met de Sint Jansvuren.

En na de aanvang van de herfst dien je op Michaëlsdag dan, nadat je je hebt vergaapt aan de zomer, weer de moed te ontwikkelen om de duisternis van de winter aan te kunnen gaan en het boze te overwinnen. En naar de kerst toe krijg je genoemde cadeautjes mee met Sint Maarten en Sint Nicolaas, zodat je op kerstavond de nieuwe ik-inslag goed beschermd kunt ontvangen.

En wil je gedurende de gehele advents- en kersttijd oefenen, kun je bij mij het kerst-scholingstraject volgen, op tweeërlei wijzen:

-de meditatieve weg

-de inspiratief-intuïtieve weg.

                        Heb een innige kersttijd,

Nicolaas.

[i] Uit ‘Zelfrealisatie’, Rune-boek  2016.

[ii] Zie mijn boekje met de advents- en kerstspreuken.